Op een dag

Op een dag zag ik een filmpje van een bisschop die in haar preek gericht aan de nieuwverkozen president van de Verenigde Staten, de leider van haar land opriep tot solidariteit en mededogen. Mededogen voor mensen die het werk deden dat wij niet meer deden, die hun land ontvlucht waren door aanhoudende conflicten of klimaatrampen, die niet het etiket ‘hetero’ op hun geaardheid hadden kleven. Af te zien van massadeportaties. Een oproep tot verbinding, met de juiste, intelligente woorden. Tactvol, warm en vredevol.
Op een dag las ik dat de nieuwverkozen president deze vrouw wegzette als radicaal linkse hater van zijn eigen persoon, haar toon gemeen noemde en haar betoog niet overtuigend of slim, haar dienst erg saai. Hij eiste publiekelijke excuses van de bisschop voor wat ze had durven doen. Hij gebruikte als vanouds eenvoudige, inhoudsloze woorden. Dom en lomp en met de voeten vooruit. Tactloos en koud en haatdragend.
Op een dag las ik dat enkele trawanten van de nieuwverkozen president, onder wie de rijkste man ter wereld, die enkele dagen eerder als een gorilla had geschreeuwd en vervolgens een sterk op de nazigroet lijkende beweging had uitgevoerd, zich achter hem schaarden, en verkondigden dat de bisschop beter zelf gedeporteerd kon worden en dat ze last had van een gevaarlijk wokevirus.
Op een dag zocht ik op wat deze president eerder had gezegd over immigranten, dat ze moesten worden gedeporteerd omdat ze het bloed van zijn land vergiftigden.
Op een dag vroeg ik me af – al wist ik het antwoord al – hoe in hemelsnaam deze president met een verpletterende overwinning verkozen is geraakt. Ik zag de dynamieken, bestaande systemen die het niet meer getrokken kregen, (h)erkende de angst bij de mens.
Op een dag vroeg ik me af hoe het toch kon dat een mooie, warme boodschap voor menselijkheid, verbinding en vrede zo eenvoudig met de grond gelijk kon worden gemaakt. En dat de mensen die dat deden daar massaal applaus voor kregen.
Op een dag vroeg ik me af wat te doen wanneer dom en lomp en vals het nieuwe normaal waren geworden en hoe de rede opnieuw kon overwinnen. Liefst de rede die radicaal andere oplossingen voorstelt, maar op zijn minst de rede die opening laat voor dialoog. De rede die de deur op een kier zet. Ik vroeg het daarom aan het orakel van deze tijd, de artificiële intelligentie. ‘Hoe kan de rede winnen wanneer fake news de rede van de tafel veegt?’ vroeg ik de machine. De machine antwoordde o.a. dat er moest worden ingezet op educatie en het stimuleren van kritisch denken. Op degelijke fact checking, dat sociale media verantwoordelijk moeten gehouden worden voor het verspreiden van valse informatie, dat democratische waarden aangemoedigd moesten worden.
Op een dag dacht ik terug aan een beeld van daags voordien, de inauguratie van de nieuwbakken president, en hoe op de eerste rij alle mensen stonden die fact checking hadden teruggeschroefd en de sociale media net gebruikten om de democratische waarden te ondergraven. En opnieuw aan hoe een van hen, de rijkste man ter wereld, enkele uren later zou klinken als een gorilla, een op de nazigroet lijkende beweging zou doen en het Amerikaanse volk zou garanderen dat nu echt de vrijheid van de beschaving was verzekerd.
Op een dag werd ik boos. Zag dat niemand er wat aan kon doen of deed. Dat boosheid bij velen omsloeg in machteloosheid. Vroeg me af of alle andere mensen die niet oranje zagen en bij hem aan tafel zaten en toch ook nog ergens in de regionen van de macht cirkelden echt niets zouden doen wanneer, aldus een vooraanstaand ambtenaar uit de administratie van de vorige president, er bussen door Amerikaanse steden zouden rijden om mensen in te laden en onschuldige kinderen plots niet meer in de klas zouden komen opdagen.
Op een dag dacht ik terug aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Hoe dankzij hun rol in die oorlog het land van de nieuwverkozen, oranje president, de wereld economisch en cultureel was kunnen gaan domineren. Aan hoe sindsdien alles anders was geworden.
En blijkbaar ook weer niet.