Lokroep

ga je me vinden

ga je me vinden wanneer ik
mijn handen voor je sluit
terugneem dat je een werkwoord bent
maar moet passen als een handschoen

ik kniel aan geen altaar
heb mezelf in nieuwe kleren gestopt
sta mijn stoel af aan bejaarde benen
sla met een hamer blutsen uit gekwelde zielen

ga je me vinden wanneer
ik elke huidhonger afzweer
ik ga het verhevene met de alledaagsheid te lijf
heb elke formule uit de kansberekening verneukt
en het verlangen in de onvoelbaarheid verstopt

ga je me vinden
wanneer