Als je de dingen in een ander licht wil zien, verander dan de lampen.
Nadat een heel onschuldige gebeurtenis me opnieuw wat harder met de neus op de feiten drukte dat ik al anderhalf jaar relatieloos door het leven ga, schoot er me plots een belangrijk inzicht te binnen. Dat ik daar nog niet eerder aan had gedacht.
In mijn verwoede pogingen iets aan mijn alleen zijn te doen – swipen swipen swipen koffie etentje drankje swipen swipen etentje koffie swipen swipen drankje – heb ik mezelf te onderdanig gemaakt aan mijn situatie. Alsof het single zijn mezelf doorheen al die maanden in een soort afhankelijkheidspositie heeft geplaatst in het aanschijn van de uitblijvende liefde.
Maandenlang pakte ik de zaak aan zoals ik mezelf van kindsbeen af geleerd had om te gaan met ongewenste toestanden: doe hard je best, en dan komt het wel goed. En als dat niet genoeg blijkt… probeer dan nog wat harder. En nog wat. Doorbijten. De tanden kunnen altijd net dat beetje harder op elkaar.
Ik weet dat ik het – omwille van die karaktertrek – altijd moeilijk zal hebben met de onrechtvaardigheid dat ‘loon naar werken’ in het leven geen wetmatigheid maar eerder een samenloop van omstandigheden is. Maar zo gaat het nu eenmaal. Het leven is niet rechtvaardig, zelfs niet in de rechtbank.
In het geval van mijn status van begeerlijke single was ik vanuit mijn eigenhandig aangeleerd patroon vervallen in een soort van swipeverslaving: elk dood of halfdood moment ging ik een of meer dating apps af in de hoop toch die ene (of een) match (maar toch liefst die ene) te vinden. In de zetel, na het groenten snijden, op de bus, op het toilet, tijdens het reclameblok, voor het rood licht en tijdens het doomscrollen na het ontwaken of voor het uitknippen van het nachtlampje. Mijn jeukende duim stond paraat.
Dat gedrag heeft zoveel maanden later alleen maar tot een boel frustratie en onderhuids kniezen geleid. Meer achteruit dan vooruit dus, op een manier. Ik laadde me iedere keer op om telkens weer van een kale reis thuis te komen. Tot het voornoemde inzicht me deed besluiten dat het welletjes geweest was mezelf als een hoopvolle bedelaar op te stellen. Alle datingdinges gingen in een ruk van mijn smartphone. Sayonara en bonsoir en arrivederci.
Toen alle bumbletinderhappenings weg waren, voelde ik vooral opluchting. En al die dode momenten kwamen weer een beetje meer tot leven. Ik zette meer muziek op, nam vaker een boek of een strip of een tijdschrift vast, keek op de bus meer naar buiten, ging langer wandelen met de hond.
Toegegeven, ergens voelt het vreemd. Door weg te gaan van de dating apps is de kans dat ik in deze digitaal gestuurde tijden binnenkort iemand tegen het lijf ga lopen een flink stuk kleiner. En ik ga niet ontkennen dat het daardoor ergens voelt alsof ik me neerleg bij het single zijn. Soit. Dan is het maar zo. Er is zoveel meer dat me definieert. Door de leeggelopen peertjes uit de lampen te draaien, komt er alvast ruimte voor een ander soort licht.