De afgelopen week ben ik druk bezig geweest briefkaarten in allerhande kleuren richting hemel te sturen om Da Vinci te overhalen met mij een danscursus te gaan volgen. De man blijft zijn antwoord in beraad houden, dus knoop ik weer aan bij waar ik in het vorige stuk gestopt was: het koordje dat ik onlangs doorgeknipt heb. Aan dat koordje bengelde een blauwgoud etiketje met daarop in witte letters twee woorden: Broken Frontier. En daaraan hing voor mij heel wat gewicht.
Broken Frontier is de naam van de website over US Comics die ik in 2002 oprichtte en waar ik 15 jaar lang van aan het hoofd stond. Tot vorige week stonden de technische infrastructuur en de domeinnaam nog steeds op mijn naam, maar ook dat is nu volledig in handen van de persoon aan wie ik de website in 2017 heb overgedragen. Koordje doorgeknipt, nu is het echt echt écht gedaan. En dat is ok.
Nu wel. Het loslaten van mijn digitaal geesteskind ging zoals dat met elk kind gaat waar enige vorm van liefde mee gemoeid is: eerder moeizaam. Maar bij de start van een nieuw avontuur blikt niemand vooruit naar het einde.
Ik lanceerde Broken Frontier op mijn 19e, een leeftijd waarin sturm und drang en jeugdige naïviteit elkaars beste vrienden zijn. Naast journalistieke betrachtingen was mijn primaire motivatie het stillen van mijn koophonger slash verslaving. Als student had ik immers onvoldoende slagkracht om alles te kopen dat ik wilde lezen.
“Als ik nu eens een website maak, aan uitgevers vraag om mij hun comics op te sturen in ruil voor een bespreking, dan is dat een win-win voor iedereen,” dacht ik bij mezelf.
Broken Frontier groeide al snel uit van een eenmansoperatie vanuit een Leuvens studentenkot tot een online publicatie waar mensen van over de hele wereld voor schreven. Quotes uit onze reviews begonnen op comic covers te verschijnen. ‘BF’ werd in bepaalde kringen een begrip omwille van zijn kwalitatieve verslaggeving en geroemd als een platform dat heel wat aandacht besteedde aan alles wat buiten de mainstream lag.
En ja hoor, ik kreeg doorheen de jaren zoveel comics toegezonden zonder er ook maar een cent studentenzakgeld aan te moeten spenderen. Vandaag zet mijn collectie de nodige rek op de definitie van ‘uit de kluiten gewassen’ en wekt haar aanwezigheid menig frustratie op bij mijn medebewoners (op de kat en de hond na, want die raken niet tot op de leeszolder). Maar dit geheel terzijde.
Drie jaar later kreeg ik de kans om van Broken Frontier mijn eerste job te maken. Ik had net een stage bij productiehuis De Mensen achter de rug en was koortsig op zoek naar ‘iets in de media’ dat soelaas moest bieden tot ik een voldoende mature uitstraling had om De Laatste Show te gaan presenteren.
De Laatste Show is ondertussen begraven, net als mijn talkshow aspiraties, wat niet zo rampzalig is gezien mijn baardgroei vooralsnog weigert stevigere proporties aan te nemen.
Op een late namiddag ergens in december 2005 kreeg ik uit het niets een telefoontje van een medewerker van Platinum Studios, een entertainmentbedrijf uit Los Angeles met aan het hoofd een man die zijn geld grotendeels had vergaard door Men In Black (oorspronkelijk een stripverhaal) naar Hollywood te loodsen.
Platinum wilde Broken Frontier overnemen en inpassen in een ecosysteem van verschillende pop culture websites die ze in hun portfolio hadden. Dat konden ze achteraf gezien voor een habbekrats doen (zie hierboven onder naïviteit, jeugdig), maar dat deerde me niet. Ik bleef aan boord als hoofdredacteur en kon mee grootse plannen samen met bekende namen uit de comicswereld.
Die grootste plannen verhuisden anderhalf jaar later abrupt naar de koelkast toen Platinum overkop ging en Broken Frontier weer naar mij kwam in ruil voor het intrekken van mijn ontslagvergoeding. In die 18 maanden had ik gelukkig toch wat van die naïviteit verloren.
Eens geproefd van het gegeven ‘van je hobby je beroep maken’ maar met nog onvoldoende baardgroei om de keel, startte ik een nieuwe koortsachtige zoektocht naar die job in de media (die ik vond op de digitale mediaredactie van vtm) en bleef ik verder bouwen aan BF. Als die talkshow er niet kwam, wilde ik nog andere eitjes in het mandje hebben liggen. Met Netlash (nu Duke & Grace) maakten we zo het allereerste comicsmagazine voor tablets ter wereld — we waren er allebei van overtuigd dat dit de nieuwe manier van content consumeren zou worden, maar dat draaide anders uit.
Tijdens de zomer van 2010 belandde ik op San Diego Comic-Con op een cruiseschip van een van de voormalige bestuursleden van Platinum Studios en kreeg de hoop op meer slagkracht alweer nieuw leven. Ook dat draaide anders uit. In de jaren nadien liepen concurrenten met meer financiële middelen verder uit, social media veranderde danig de manier waarop het online spel werd gespeeld.
Dat leidde vaak tot frustraties, maar ik heb heel wat uit die periode geleerd. Ik kijk er met trots en blijdschap op terug, al loerde de moedeloosheid soms niet gewoon om de hoek — hij stond doodleuk voor de deur.
Blij en trots dus, omdat ik als jonge snaak mijn ondernemende kant kon laten zien in een medium dat me al sinds mijn 8e begeesterde. Voor alle mensen die ik erdoor heb leren kennen en de sterke vriendschappen die vandaag nog altijd verder gaan en nieuwe wegen inslaan. Voor de reizen over de oceaan, de sushi en de pinot grigio op een terras aan de San Diego waterfront met het convention center op de achtergrond. De eerste keer over de plas richting west coast, op mijn 21e in de zomer van 2004, zat ik aan boord van een United Airlines Boeing in Economy Class met extra beenruimte en voelde ik me als een vliegende DiCaprio, king of the world, hoog boven de ijsschotsen. Wat een tijd.
Zou ik die Leo anders eens een briefkaart sturen?
PS: Ergens is het vreemd dat koordjes met enig gewicht de moeilijkste zijn om door te knippen. Door dat gewicht staan ze net het strakst. Misschien moeten we niet de koordjes doorknippen, maar wel het gewicht eraf halen, om vervolgens de touwtjes te laten bengelen op de golven van de wind. Volgende keer eens proberen.