je ziet ze zitten op de draad
twee zwaluwen gestopt met zingen
zo hoort het niet, instinctief weet je wat te doen
je strooit vanuit je dakvenster wat lijnzaad
over de pannen dat hen weer trek geeft
in gezang, in trekvogel zijn
voor je het weet zijn ze weg, zuidwaarts
further down, further down naar ergens
waar ze zichzelf terugvinden
je slaat jezelf op de borst
voor je aandeel in hun verhaal
in de woonkamer valt je oog op de buffetkast
en de bokaal met je goudvis
aan zijn zoveelste ronde bezig
je strooit snel wat vlokken over
de waterspiegel uit en je wacht
zoals je bij de zwaluwen deed
maar hij hapt niet, je vis
draait enkel nog wat rondjes bij
op dezelfde hoogte
waarop hij met zwemmen was begonnen
onder water hoort niemand gezang
noch geschreeuw