Een uit de duizend

daar komen ze weer aanzetten
net wanneer je op je handdoek ligt
het uitgeklopte zand heeft zijn weg
tussen je benen terug gevonden
hun handjes klimmen langs je haren
naar omhoog
ze ruiken naar zomerzonzweet
sproetjes komen piepen rond neusjes
die van hot naar her bewegen en
daardoor nooit in dezelfde richting staan
je ziet het door de vingers terwijl je ogen
stranden
op bolle kaakjes hun lichtrode blos
en het witte emmertje waarin zorgvuldig
uitgekozen schelpjes roerloos op een paar
centimeter zeewater liggen te dansen