klein geluk, een zakdoek terugvinden
in de binnenzak van je jas
we wandelden samen naar het plein
de lantaarnen bleven aan tot
we ze zagen doven vanop de brug
boven het water, de barman
ketende zijn terrasstoelen vast
samen met het einde van de dag en
een stukje van de zomer, elke avond
legde hij er meer van aan banden
we stonden op de brug en bleven er
een niemandsland waar voor het schrijven
van de oprichtingsakte je hand
in mijn binnenzak verdween