Na een koudwaterkastijding onder de douche – goed voor de nervus vagus, heb ik me een dik jaar geleden laten inprenten door een filmpje op Instagram van een auteur die een boek over het onderwerp had geschreven – stap ik naar het voorportaal van mijn appartementsgebouw. Aangekleed, weliswaar.
In mijn brievenbus zitten sinds vorige zaterdag twee weekendkranten. Rond de tijd dat ik na mijn scheiding naar het huurappartement verhuisde, liep er een promotie voor een weekendabonnement op de andere kwaliteitskrant dan degene waar ik al ruim vijftien jaar meestal loyaal maar soms met onderbroken trouw lezer van was. De uitdager S, de ouwe getrouwe M, beiden met nog een D ervoor. De promotie liep tijdens zo’n onderbrekingsmoment zoals ik er nog heb, een tijdlang verzadigd van nieuws en human interest. Ik had kort voordien in diezelfde krant enkele aardige literaire interviews gelezen, dus dacht ik, het leven gaat een nieuwe weg uit, misschien moet dat dan ook maar met een nieuwe krant.
Tuk op het nieuwe begon ik op zaterdag met meer verwachting en een verhoogde aandacht door het knisperende papier te bladeren. Maar na verloop van tijd begon ik als vanzelf weer door de krant te gaan zoals ik dat gewoon was. Je mag je wereld dan nog zo op z’n kop hebben gezet, sommige dingen vallen vroeg of laat koppig opnieuw in hun oude patroon.
Dat patroon heeft een aardig vaste vorm: eerst de magazines, dan de boekenbijlage, dan het hoofdkatern. Hier en daar blijf ik aan een quote hangen, lees een klein artikeltje, vaak is het eerste dat ik echt lees iets over sport of cultuur. Eens alles doorbladerd is, heb ik de uniforme hoop papier die in mijn bus zat ontrafeld in twee stapeltjes: eentje met stukken waarin dingen staan die ik nog wil lezen, een tweede met de stukken waar niets in staat dat me boeit. Die verkas ik dan meteen naar de doos met oud papier in het berghok. Uit het nog te lezen stapeltje pluk ik later op de dag, op zondag of de eerste dagen van de nieuwe week nog wat artikels. Als er aan het einde van de rit nog stukken overblijven waarin dingen staan die ik echt (denk te) wil(len) lezen, dan belanden die op een stapeltje in de buffetkast om later – ooit – nog naar terug te grijpen.
Vroeger kwam die ‘ooit’ zelden en was het pijnlijk een hele stapel papier weg te moeten gooien met dingen die nog steeds interessant leken maar waar geen tijd voor werd gevonden. Op dat vlak heeft mijn krantenritueel, alles bij elkaar, ergens wat weg van sadomasochisme. Toch ben ik er het voorbije jaar wonderwel in geslaagd het stapeltje nog te lezen tot de dikte van twee duimen te beperken. Goed van mezelf, vind ik dat. Heel wat pijn bespaard.
Zo ging de rest van het jaar zijn gangetje, elke zaterdag de start van eenzelfde bekend stramien. Tenzij ik met vakantie was, of die paar keer dat de postbode een foutje had gemaakt en geen weekendmagazines – of die van een concurrerend merk – tussen de vouw had gestopt.
Geen idee of het met de jaarwisseling te maken had, maar een tijdje geleden begon ik plots mijn ouwe getrouwe krant te missen. ‘Leg dat gevoel naast je neer,’ zei ik, ‘het is maar tijdelijk, het gaat wel weer over.’ De daaropvolgende zaterdag en die daarna en die daarna en die daarna deed het dat niet, dus wist ik, ‘dit is serieus.’ Ik besloot weer abonnee te worden van mijn vertrouwde krant en op te zoeken hoe ik abonnee af moest worden van de nieuwe. In die volgorde. De abonnementsaanvraag kon online, de stopzetting moest via de telefoon. Ik bereidde me voor op een gesprek met een poging me om te praten en een kersverse promo voorgeschoteld te krijgen. Dat gebeurde niet. ‘Ik moet, als alleenstaande wat meer op de centen letten,’ gaf ik als reden. Dat was niet gelogen, al vertelde ik er natuurlijk niet bij dat ik opnieuw voor mijn oude liefde gevallen was. De reden werd meteen geaccepteerd. Alleen… ik was een maand te vroeg. En daarom dus tijdelijk twee kranten.
Dubbele dosis ritueel. Ik moet aardig mijn best doen om het stapeltje nog te lezen nu onder de drie duimen te houden. Gelukkig valt de kortstondige SM in mijn bus ergens midden maart vanzelf stil.