Blijven dromen

de baby lacht, kijk ik stel het goed
heeft nog geen benul dat hij dat niet doet
zelfs schromelijk ondervoed is het eerste wat
een welpje vermag aandacht zoet
met vreugde begroeten

goed gedaan Suwar, denk ik dan, want
je haalt er dan wel geen eten mee
maar toch maar mooi de krant

dan was er ook nog eerder deze week
dat andere gozertje, waarschijnlijk
ook uit bevangen terroristenkweek
op deze aardkloot gezet, pardoes
uit een gebouw gekegeld, naar ons zwaaiend
met een stille schreeuw, in beeld
slechts weinig bloed, een beetje om z’n slaap
maar goed

dat slapen – weet dat kereltje nog niet – doet
die vader van ‘m voorgoed wat verderop
tussen het puin op het terras

of eerder, die wereldpersfoto, wat was me dat
een ander kereltje, iets ouder nog
dat ooit twee armen had

hoe waanzinnig iconisch belicht
die goudgele achtergrond, dat schaduwspel
nog een aureool erbij was misschien wat overkill
en behoort immers niet tot ‘s jongens geloof

een heldenbuste, voorwaar
epitoom van een volk dat niet plooit
een uitgebeende massa die niet zwicht

blijven dromen, laten we dat vooral doen
dat iedereen die wegkijkt dit niet ooit
vol terugkrijgt in ‘t gezicht