je stapelt en stapelt
ritst rijen aan elkaar, wandelt
met vingers over bruggen, bedenkt
waar er mooie bochten genomen
kunnen worden, waar breed uit
te waaieren, het zicht adem
benemend
je slalomt tussen bomen
die hun bladeren nooit verliezen
boort nieuwe pistes aan, je gaat
geen obstakel uit de weg
je hebt ze voorzien, de plekken
voor gekkigheid snelheid en temporiseren
je bent klaar
voor een god met een machientje
een opgespannen vinger die bevrijd
als een muizenval het spel in beweging
knalt