Onderweg

ik beeld me in hoe ze voelt
die ware liefde, hoe
ze past als een handschoen

bij koude als gegoten
uit de jurk van de best geklede schapen
of een dunner exemplaar met grip op de palmen
voor de beklimming die hoe dan ook volgt
en vingers die zich durven tonen

ik beeld me in hoe ze smaakt
vol en fluweel als hemelse soep

ook wanneer het leven er beetjesmaat
wat vet van af schept
en dat ze praat en praat en praat
zonder woorden vuil te maken

ik beeld me in hoe ze uitzet
hoe ze groeit als een woekerplant

draadjes krijgt en wortel schiet
meer en meer van optelsom naar
vermenigvuldiging en dan, uiteindelijk
deelbaar wordt

alleen door ons twee