Saamhorig

in de koffiebar staan tien tafels
waarvan twee uit verband
ze vinden dat niet van zichzelf
ze hebben elkaar

aan de overkant van de straat
staan veertien fietsen
geen van hun plaatsers heeft zich
de moeite getroost een verband te vormen
het is net dat wat hun bindt

een klas kleuters wandelt in paartjes
voorbij het raam
ze zien niet de tafels niet de fietsen
hebben geen benul van wat een verband is
ze geraken er niet in of uit gespeeld

tot mama roept aan tafel
en om acht uur naar bed