Ik hou er niet van wanneer eenvoudige dingen voor verwarring zorgen. Dat horen ze niet te doen. Toegegeven, het kan soms ook aan mijn interpretatie liggen. Het gebeurt al eens dat ik de realiteit een tikkeltje anders zie dan de doorsnee persoon. ‘Ik ging ervan uit dat …’ of ‘Ik had … anders geïnterpreteerd’ zijn dan de standaard verdedigingsmechanismen waarop ik terugval.
Een van de dingen die mijn kop in de knoop leggen, zijn de hartjes op sociale media.
Ergens onderweg zijn ze de nieuwe like geworden zijn, waardoor ze te pas en te onpas als reactie op een post het digitale luchtruim ingaan. In mijn hoofd staan hartjes gelijk met liefde, hartstocht, niet aan duimpjes omhoog, dus wil ik dat ze gereserveerd blijven voor liefdesbekentenissen, Valentijn en andere gelegenheden waar Cupido en amour echt in het spel zijn.
Elke keer ik een hartje toegeworpen krijg – van mannen iets minder dan van vrouwen, gelukkig – moet ik mijn belevingswereld even herkalibreren en op zoek gaan naar de betekenis, de reden waarom ik de rechtmatige ontvanger van het rode kleinood ben. Tenzij ze op een liefdesbrief plakken, doen hartjes me altijd een beetje ongemakkelijk schuifelen op mijn stoel.
Op Instagram kan het niet anders, daar heb je geen keuze. Het is een hartje of niks. Maar op Facebook heb je die keuze wel. De opsplitsing tussen hartjes en duimpjes vind ik een behoorlijk vreemd gegeven. Is wat iemand post zo veel beter, fijner, amusanter, sterker … wanneer iemand je een hartje geeft in plaats van een duim omhoog? Ik heb er in elk geval het raden naar.
Vroeger, ten tijde van pen en papier, was het zo klaar als een klontje. Wie met hartjes strooide deed dat met een duidelijke reden en gaf een vrijgeleide naar een maretak om onder te gaan zoenen. Ook voor de ontvanger was het duidelijk: hij/zij was gegeerd wild.
Zouden ze vandaag nog veel geschreven worden, liefdesbrieven? Of zijn ze samen met de slows van weleer een stille dood gestorven? Soms lees je wel eens in de media dat de jeugd vandaag preutser in het leven staat. Misschien klopt dat, misschien ook niet. Mijn jongens zitten nog in de fase dat meisjes eerder vreemde wezens zijn die toevallig ook in dezelfde klas zitten. Ik op die leeftijd? Een stapje verder toch, jawel.
Ik durf te bekennen dat ik de eerste keer in mijn liefdesbriefpen kroop op zeven- of achtjarige leeftijd. Het hoogst gewichtige witte vel werd verpakt in een bruine A4 enveloppe; de boodschap te belangrijk om te vierendelen. Met balpen kribbelde ik vervolgens x aantal hartjes op het bruin om meteen duidelijk te maken waar alles om draaide. Die ene keer toch, want mijn liefdesperikelen in mijn tienerjaren bleven vooral steken op platonisch niveau. De angst om blauwtjes te lopen was duizend maal groter dan eender welke mogelijke positieve uitkomst het benaderen van een lieftallige deerne kon hebben.
Hoe het ook met de liefdesbrief gesteld is, de hartjes op sociale media maken één ding duidelijk: in de digitale wereld is veel liefde te geef. Op zich is dat een positieve zaak. Al moet ik toegeven dat ik nu al uitkijk naar het moment waarop ook de hartjes door hun veelvuldig gebruik hun doel voorbij schieten en er een nieuw icoon moet komen dat voor ersatzduim kan dienen. Ik laat bij deze een ballonnetje op voor een hamer. Om alle verwarring meteen de kop in te slaan.
Mocht je na het lezen van dit stuk ervoor kiezen om te reageren met een hartje, zeg dan alsjeblief ook even waarom.