hoor eens
men denkt altijd dat stilte
een niets is waarin alles vervalt
maar die vrees is een leugen
zoals er wel meer leugens de ronde doen
over dingen die men niet in de ogen durft te kijken
ik zal u zeggen, het tegendeel is waar
wie de stilte onder glas legt ziet een krioelen
van bewustzijn waarin een heel leven rust
dat zachtjes kloppend omhoog borrelt
als een gasbelletje in bruiswater dat
onhoorbaar aan de oppervlakte openspat
hoor je ‘t
het is juist er is geen geluid maar dat
wil niet zeggen dat er niet gesproken
of dingen niet met verstomming geslagen
dat het hierbij stokt
integendeel
er is niets dat meer tot beweging stemt
stilte is datgene waaruit alles ontstaat
waar onwetendheid uitmondt in weten
waar de achtergrond een podium krijgt
waarin een botsing een raakvlak wordt
een scheur een gladgestreken plooi
en waarin iedere schreeuw wordt gelijkgestemd
omdat het de taal is die iedereen kent
het is een waarheid
een die zichzelf nooit opheft
alleen kan worden aanvaard
die je niet kan sussen of omver geblazen krijgt
ze blijft staan
en dus
is stilte het enige dat overblijft
laat het die onontkoombaarheid zijn
waar men zo bang voor is