Zeg ons alsjeblief waarom

Eerder deze week had ik twee afzonderlijke gesprekken met twee fijne, gedreven mannen waarin we respectievelijk onderwerpen als naïviteit en transparantie aansneden. Ik heb beide nodig om te functioneren. 

Naïviteit om bij momenten op een wonderlijke manier naar de wereld en de dingen te kunnen kijken. Transparantie omdat ik niet van gedoe of spelletjes houd, omdat relaties en samenwerking beter gaan wanneer je weet wat je aan de ander hebt. En de ander aan jou. Naïviteit voor verwondering, transparantie voor vertrouwen.

Tijdens het avondmaal zonet ontstond tussen mij en mijn oudste zoon een gesprek over de gebeurtenissen in Palestina, als uitloper van het niet weggooien van eten dat je niet per se lekker vindt. Hij had zijn bord met bladspinazie al op, dat was dus het punt niet. 
‘Er zijn plaatsen waar men nu een moord zou begaan voor een klein beetje eten en drinken. Jammer genoeg,’ zeg ik.
De link met de wantoestanden van de voedselbedeling in Gaza was snel gelegd.
‘Daar maak je je nogal zorgen over, hé?’ zegt hij. ‘En terecht.’
Langs beide kanten onbegrip dat er nog altijd geen politieke daadkracht is getoond.
Enter naïviteit en transparantie.
‘Ergens,’ zeg ik, ‘Zou ik willen dat men ons gewoon zegt, “Vergeet het, we grijpen niet in want Israël is te strategisch belangrijk, de Israëlische lobby, de Israëlische macht zit overal, en daarom doen we het niet.” Ik zou het er nog steeds absoluut mee oneens zijn, maar ik zou wel respect hebben voor de politicus die dat durft toe te geven.’
‘Maar papa,’ volgde er meteen met krachtdadig opgetrokken schouders, ‘Er is toch geen enkele hooggeplaatste mens die zijn eigen imago gaat schaden door zoiets te zeggen.’

Het is triest dat een 14-jarige al zo over de wereld moet denken.

In een derde gesprek, na een interview voor de dagjob met iemand die in ons land aardig hoog op de sociaal-economische ladder staat, verwees ik off the record naar de column van Paul De Grauwe in De Morgen van eerder deze week. Daarin sprak De Grauwe over de luchtkussenverpakking die de meerwaardebelasting momenteel is en hoe de regering merkwaardig genoeg overeind blijft. Mijn gesprekspartner en ik deelden de bezorgdheid over hoelang het zou duren eer dat luchtkussen toch losgekoppeld wordt van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Zou de regering dan vallen? Of toch weer niet? En wat dan? 

Het meest stellige punt van De Grauwe vond ik wat hij schreef over het tenenkrullende gewroet om de welstellende ondernemer buiten schot te houden: “De werkelijkheid is dat die ondernemer geworden is wat hij is dankzij de maatschappij waarin hij leeft. Een maatschappij die zorgt voor orde en veiligheid, voor infrastructuur, voor onderwijs en voor sociale zekerheid. Publieke goederen zonder dewelke de individuele ondernemer geen enkele meerwaarde kan creëren.”

Een billijk deel(tje) van die meerwaarde terug aan de maatschappij geven die het vermogen mee heeft helpen creëren blijkt toch te moeilijk. Anders was het al lang gebeurd.

Het lijntje naar het gesprek met mijn zoon over Gaza is snel gelegd.

Ook hier zou ik het niet eens zijn met, maar wel respect hebben voor, de politicus die het achterste van zijn of haar tong durft laten zien. Zeg ons open en bloot waarom de (erg) rijke ondernemer wordt ontzien en welke nefaste gevolgen dit zou hebben voor onze maatschappij, hoe iedereen lager op de ladder (pakweg 90% van de bevolking dus), het zo erg veel slechter zou hebben wanneer er een échte meerwaardebelasting komt. Idem, beste ondernemer die geen billijk deeltje van zijn (samen met ons) verworven kapitaal niet wenst af te staan om beter het hoofd te kunnen bieden aan problemen als daar zijn, zorg, armoedebestrijding, kinderopvang, welzijn, justitie, vergrijzing, pensioenen, criminaliteit, klimaatverandering, werkloosheid, ongelijkheid, en natuurlijk ook, defensie: zeg ons waarom.

Zeg ons ook, beste nationale politicus, waarom ons land Benjamin Netanyahu niet zou arresteren ook al verplicht het Internationaal Strafhof ons daartoe. Zeg ons hoe, beste nationale en internationale politicus die geen spontaan orgasme krijgt van de gedachte aan een Rivièra aan de Middellandse Zee, dat krachtdadig optreden en een veel te laat einde maken aan een genocide onze collectieve veiligheid, onze collectieve welvaart, ons systeem, zodanig in de prak zou rijden. Zeg ons hoe. Zeg ons waarom.

Zeg ons alsjeblief waarom.

In een steeds meer onzekere wereld snakken mensen naar sterke, deugdzame leiders. Hij/zij/x hoeft voor mij (op dit moment in de tijd) zelfs geen vooruitgangsoptimist te zijn, wel iemand die een (ver)nieuw(d), gedragen systeem kan helpen bouwen voor de wereld van morgen. Want de oude, dat weten we ondertussen allemaal, kreunt op de broos geworden knieën van heel wat ismes. Het is dringend tijd voor een nieuw soort Atlas.

Een teken van goed leiderschap – toch het leiderschap waar ik van droom – is transparantie. Omdat mensen op hun leiders moeten kunnen vertrouwen. Ik schreef hierboven bewust ‘helpen’ bouwen, want geen enkele leider doet het alleen. Geen enkele politicus, geen enkele ondernemer. They are one of us and we are one of them. We zijn allemaal het systeem.

Perfecte leiders bestaan niet – ook mijn naïviteit kent grenzen. Maar menselijke leiders die hun kaarten op tafel durven leggen, durven zeggen waar het op staat, ook al kwetst het, hun fouten kunnen toegeven (waarna al dan niet loutering kan volgen)? En van daaruit aan het roer willen staan van een beter systeem? Ik denk dat we dan als maatschappij samen minder over lijken zouden moeten gaan. 

Of komt mijn naïeve kijk zich hier nu weer te sterk roeren?