Zoeklicht

Voor het eerst toen ik daar was, op driedaagse trip door de stad waarvan ik de binnenste schil als mijn binnenzak ken, werd ik overvallen door iets anders waar ik ondertussen aan gewoon ben, maar wat ik niet van me afgeschud krijg: het naargeestige gevoel van het alleen zijn.

Leuk, dacht ik, zelfs hier achtervolgt het me nu – een deel van het uitje was net omdat ik geen drie dagen gewoon thuis alleen wilde zitten, en van dat alleen zijn had ik op reis in deze stad geen last. Andere omgeving, vertrouwde afleiding genoeg. Dit keer niet dus. Het was er niet volcontinu, maar het was er wel, en dat wilde ik niet. Zelfs niet voor enkele procentpunten. Maar in deze heb ik niks te willen, enkel te ondergaan. En er het beste van te maken. Dus dat doe ik, elke dag opnieuw.

Ondertussen zijn we een klein half jaar later sinds ik er een eerste keer over schreef in Actieradius. De dagen alleen zijn dikken verder en verder aan en ik weet niet meer wat gedaan. De moedeloosheid is er elke dag opnieuw, al toon ik ze zelden aan de buitenwereld. Het vreet aan alles, als een sluimerend gif dat je in je systeem voelt krioelen maar nooit de genadeslag geeft.

Ondertussen zet ik mijn ik-leef-van-dag-tot-dag-routine verder. Spreek af met vrienden, zoek werk, kook, lees, voed mijn kinderen halftijds op, lanceer een boek, kijk films en De Droomfabriek, doe dingen met vrienden, drink latte’s en een goed wijntje, koop decoratie en richt mijn appartement steeds meer in als een thuis – ook al blijf ik willen dat deze plek zo tijdelijk mogelijk is en ik iets nieuws (daarom niet letterlijk) kan gaan bouwen. Ik doe genoeg dingen die ik graag doe. Zie eerder trip, city. Ik doe al die dingen zo veel mogelijk bewust. Loop nergens van weg, laat elk gevoel er zijn. Geef het aandacht, het water dat het volgens de boekjes en mensen die wat van de psyche kennen nodig heeft om te kunnen transformeren tot iets anders.

Ondertussen verandert dat niets aan het gegeven dat ik vandaag, de ochtend na mijn trip, wakker word in het halflege bed waar ik aan gewoon ben geworden. Ik zet me rechtop tegen de bedrand, hoofdkussen in de rug, en check YouTube op een matchverslag van mijn favoriete basketbalteam. De spelers hebben vannacht het parket niet doen kraken. Omdat ik de laatste maanden regelmatig filmpjes heb bekeken rond The Law of Attraction, schotelt het algoritme me enkele suggesties voor. Eentje ervan belooft met een dikke, vette YES IT WORKS!!! dat ik snel een telefoontje of een smsje zal ontvangen van iemand die me leuk vindt.

Ondertussen is de avond ingezet en wacht ik nog steeds. Al heb ik al vanochtend al soezend wel naar de instrumentale love frequencies geluisterd en ook nog naar eentje die zou moeten helpen met het opheffen van blokkades die het vinden van de liefde in de weg staan.

Ik heb deze week ook gemediteerd, gemanifesteerd, positief gedacht en mezelf zo hard ik kan opengesteld om positieve energie het universum in te sturen. Ook dat zag ik in een filmpje. Dus dacht ik, hop waarom ook niet. Baadt het niet, dan… enzoverder. Daarom ga ik, zoals ‘hier en nu’ goeroe Eckhart Tolle zegt, al vele vele maanden slapen met de gedachte dat ik al ontvangen heb wat ik wil. Lapjanus. Niet Tolle, want ik geloof wel in zijn these zoveel mogelijk de focus op het nu te leggen, wel de uitkomst van dat experiment tot dusver.

In het voornoemde filmpje vertelde een man over hoe hij alleen was en uitgeteld was wat betreft het vinden van de liefde, tot hij bedacht, ‘Hé, alles is energie, dus ik ga mijn energie naar het universum richten en hulp vragen. Heel snel nadien heb ik mijn vrouw gevonden en we zijn nu al een hele poos getrouwd. En we spreken nauwelijks dezelfde taal.’ A true love story as any other.

Mooi voor die man, maar ik weet niet of het daadwerkelijk dat universum is of dat ie gewoon geluk had. Ergens zou het gek zijn. Dat we door het juiste te denken ook het juiste vinden – en dat dat dan ook voor iedereen werkt (oh ja, er zijn ook filmpjes op YouTube te vinden waarin men beweert dat als het voor jou niet gebeurt, ook al heb je de juiste intenties, je de code nog niet gekraakt hebt en je bepaalde dingen anders moet doen, wat van dat universum heel wreed zou zijn, alsof het enkel zou luisteren wanneer je het op de afgesproken manier vraagt. Want is niet elke vraag, elk gebed om beter geen verzoeking om gehoord te worden? Maar stel dat het toch zo werkt, dan ben ik door dit alles in vraag te stellen mezelf aan het verhinderen het toch te krijgen. Zie cirkel, vicieuze.

U ziet, het zit diep. Ergens zit ik op mijn tandvlees, voel ik elk moment dat ik het alleen zijn en het verdriet erom moeilijk kan verdragen een pijn tussen mijn maag en mijn zonnevlecht, als een benepen misselijkheid die zich nooit helemaal voltrekt, zich zodanig klein toont dat er nog genoeg over is voor de dag nadien. En die erna. En die erna.

Ik heb het leren dragen. En ik doe verder. Dat is het enige wat ik kan, waar ik macht over heb. De naïeve en idealistische ik die vroeger geleerd heeft dat je gewoon door hard je best te doen wel zou bereiken wat je wilde – goed studeren betekende goede punten in de tijd dat de wereld nog rechtlijnig was en op A logischerwijs B en C volgden – staat nu voor blok. Hier is geen enkele vorm van ‘eren’ die de gewilde uitkomst garandeert. Tijdens het schrijven van dit stuk zingt Chris Martin Fix You alsof het erom gedaan is: ‘When you try your best but you don’t succeed.’

Ondertussen prijs ik me gelukkig dat ik het wel allemaal kan: die trip, city en daar de zon op het water zien weerkaatsen, die lattes drinken en dat lezen en die films kijken, de bloesems zien opkomen, de geur van nieuwe lente kunnen ruiken. En nog zoveel meer. ‘When you get what you want but not what you need.’

Het licht dat me echt thuis zal laten komen en m’n beenderen in vuur en vlam zal zetten mag stilaan beginnen schijnen.